Tekstgrootte
Op onze school werken we volgens de woordenschat aanpak van Verhallen: Met Woorden in de Weer. Taal is er overal en altijd, niet alleen tijdens een taalles in de klas. Uit onderzoek is gebleken dat schoolsucces afhangt van de woordenschat van een kind. 95% van de woorden in een tekst moeten gekend worden voor een goed begrip van een tekst. En door een goed tekstbegrip leert een kind weer snel nieuwe woorden en kan hij zijn taalnetwerk uitbreiden.
Ieder woord heeft een label (klankvorm, schriftvorm) en een concept (betekenis van het woord). Woorden zijn in ons hoofd in afzonderlijke rommellaatjes opgeslagen, elk laatje heeft een thema. Ouders en leerkrachten moeten concepten toevoegen aan labels, zodat kinderen nieuwe woorden leren.
Een nieuw woord passief / actief leren gebeurt niet nadat je het label of concept één keer gehoord hebt. Dit moet minstens zeven keer in een verschillende context zijn terug gekomen wil het woord en zijn betekenis beklijven. Woorden kunnen alleen worden geleerd wanneer ze in een betekenisvolle context worden aangeboden. Dan pas worden ze in thematische laatjes in ons brein opgeslagen.
Wij koppelen daarom alle woorden aan de IPC thema’s. Wij bieden nieuwe woorden aan in woordclusters. Onze leerkrachten maken rondom woorden (zowel concrete als abstracte woorden), die ze tegenkomen in de thema’s, clusters voor op de woordmuur. Op deze manier bieden we ze aan in een betekenisvolle context en kunnen woorden als cluster worden opgeslagen in het brein.
De logopedisten van onze leerlingen brengen wij ook altijd op de hoogste van de woorden die in de klas aangeboden gaan worden zodat ook zij met deze woorden aan de slag kunnen.
Voorbeelden van Woorden in de Weer:
Meer dan 70% van de woordenschat van een moedertaalspreker ontstaat door lezen. En ook in een vreemde taal kun je je woordenschat enorm uitbreiden door te lezen. Daarom vinden wij het belangrijk dat onze kinderen toegang hebben tot.....boeken!
Wij hebben een eigen Nederlands en Engelstalige schoolbibliotheek die door ouders wordt bemand. Elke leerling krijgt op de eerste schooldag een eigen Harbour Bilingual bibliotheektas. Kinderen mogen wekelijks een boek uitkiezen en mee naar huis nemen. Elke groep heeft een “biebouder”. Deze ouder regelt de bibliotheek voor zijn/haar klas. De bieb dagen verschillen per klas.